Vanaf 1 januari 2020 kunnen starters hun btw-krediet sneller recupereren. Vanaf dan hoeven ze nog maar één maand wachten in plaats van drie. Dat is een flink duwtje in de rug die starters kopzorgen rond liquiditeit kan besparen.
Starters hebben vaak btw tegoed omdat ze in hun opstartfase veel moeten investeren en kosten maken, en dus meer btw betalen dan factureren. Dat tegoed krijgen ze ten vroegste binnen 3 maanden terug, maar iedereen weet dat bij de opstart van een onderneming elke euro telt.
Bovendien voldoen ze niet aan de voorwaarden om te genieten van de regeling van de maandelijkse teruggaven. Aplsia, een van de aangesloten federaties van UCM, bracht die inconsistentie onder de aandacht en bracht de regering op de hoogte van de noodzaak om dit te veranderen. En zo geschiedde! Op 5 september is er een nieuw Koninklijk Besluit gepubliceerd dat een einde maakt aan dit verschil in de behandeling voor starters.
Concreet houdt het in dat startende ondernemingen vanaf 1 januari 2020 hun btw-krediet maandelijks kunnen recupereren, weliswaar onder bepaalde voorwaarden:
-
de kredieten moeten betrekking hebben op een periode van 24 maanden na de begindatum van de economische activiteit en moeten minimaal € 245 bedragen;
-
de btw-aangiften moeten uitsluitend langs elektronische weg worden ingediend, en wel uiterlijk op de twintigste dag van de maand volgend op de maand waarin het door de Staat verschuldigde bedrag is vastgesteld.
Binnen deze regeling van versnelde teruggave, bedraagt het teruggavetijdvak één maand en de maximale teruggavetermijn twee maanden.
Het betreft hier de belastingplichtigen die:
- maandelijks een aangifte indienen;
-
voor ten minste 30% van hun omzetcijfer bepaalde niet belaste handelingen verrichten dan wel handelingen onderworpen aan een verlaagd btw-tarief;
-
in de loop van het verstreken kalenderjaar een btw-overschot in hun voordeel hadden van ten minste € 12.000.
Voor belastingplichtigen die hun periodieke aangiften op kwartaalbasis indienen, zal de administratie erop toezien dat de teruggave uiterlijk de tweede maand volgend op het tijdvak van de kwartaalaangifte wordt uitgevoerd. Wanneer de omstandigheden een meer gedetailleerde verificatie van de gegevens van de periodieke aangifte vereisen, zal de administratie de maximumtermijn voor teruggave toepassen.
Het recht op deze versnelde regeling kan worden ingetrokken in de volgende gevallen:
- ernstige vermoedens of bewijzen van overtredingen op de btw-regelgeving;
- onjuiste verklaring;
- niet-naleving van de btw-verplichtingen.
Bron: vertaling nieuws UCM