Vanaf 1 januari 2017 kunnen ook zelfstandigen die hun beroepsactiviteit om economische redenen stopzetten een beroep doen op het overbruggingsrecht.
Het overbruggingsrecht bestaat uit een uitkering en het behoud van het recht op gezinsbijslag, geneeskundige verzorging en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, voor zelfstandigen die hun beroepsactiviteit om bepaalde redenen stopzetten.
Die zelfstandigen moeten zich in één van de volgende situaties bevinden:
-
een leefloon krijgen;
-
in de voorbije twaalf maanden van de Commissie voor vrijstelling van bijdragen een vrijstelling van sociale bijdragen hebben gekregen;
-
tijdens het jaar van de stopzetting en het voorgaande jaar een inkomen hebben dat lager is dan het minimuminkomen voor zelfstandigen in hoofdberoep (13.296,25 euro in 2017).
De basisvoorwaarden zijn :
-
u moet minstens 4 kwartalen effectief bijdragen (als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot/echtgenote) betaald hebben tijdens de afgelopen 4 jaar,
-
u mag geen beroepsactiviteit combineren met het overbruggingsrecht,
-
u mag geen recht hebben op een vervangingsinkomen (vb. arbeidsongeschiktheidsuitkering of werkloosheidsuitkering)
Er zijn ook specifieke voorwaarden per situatie (‘pijler’). Uw sociaal verzekeringsfonds kan een overzicht geven van alle voorwaarden.
De zelfstandigen die in aanmerking komen voor deze uitkering zijn:
Zelfstandigen, helpers of meewerkende echtgenoten die zich in één van deze situaties (‘pijlers’) bevinden:
-
u bent failliet verklaard, of de vennootschap waarin u zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot bent, is failliet verklaard
-
u kreeg een collectieve schuldenregeling in de 3 jaar voor uw stopzetting
-
u moest uw zelfstandige activiteit gedwongen onderbreken door een natuurramp, brand, vernieling of een (beroeps)allergie
-
u hebt uw zelfstandige activiteit officieel stopgezet door economische moeilijkheden, die bewezen worden door een leefloon, een bijdragevrijstelling of een laag inkomen (nieuw sinds 1 januari 2017).